Categories
TLP 100

Die Lösung des Rätsels des Lebens

6.521 Die Lösung des Problems des Lebens merkt man am Verschwinden dieses Problems.

Hoe goed te leven? De vraag hield Ludwig Wittgenstein zijn hele leven lang bezig. En niet alleen Ludwig. Zijn vader Karl had zich opgewerkt tot ijzer- en staalmagnaat en één van de rijkste mensen van Europa. Met zijn vermogen ondersteunde hij musici en de Wiener Secession; Gustav Klimt portretteerde in 1905 zijn dochter Margarethe. Maar drie van zijn zonen pleegden zelfmoord en er mag worden aangenomen dat de autoritaire aard en de hoge verwachtingen van de vader daar een rol in speelden. Ook Ludwig overwoog meermaals om uit het leven te stappen omdat de verwachtingen die hij zichzelf stelde, buitengewoon hoog lagen.

Voor Wittgenstein is het goede leven een uiterst fatsoenlijk leven, meedogenloos eerlijk met zichzelf. Ethiek heeft niets met straf en beloning als (uitwendig) gevolg van een bepaalde handeling te zijn; straf en beloning moeten in de handeling zelf besloten liggen (TLP 6.422). Het hier en nu is waar het oordeel geveld wordt, waar het goede leven zich afspeelt.

We zagen al dat de wereld van de gelukkige mens een andere wereld is dan die van de ongelukkige (TLP 6.43). In zijn oorlogsdagboek stemde Wittgenstein in met Dostojevski dat wie gelukkig is, het doel van het bestaan vervult (06.07.1916). Wittgenstein voegt eraan toe:

Oder man könnte auch so sagen der erfüllt den Zweck des Daseins der keinen Zweck außer dem Leben mehr braucht. Das heißt nämlich der befriedigt ist.

Ludwig Wittgenstein, Ms 103, 06.07.1916

De volgende zin in zijn oorlogsdagboeknotitie is de eerste zin van TLP 6.521 die we bovenaan dit stukje zetten. Het leven zelf is de zin van het leven, zeg maar.

Wittgenstein preciseert:

Kann man aber wirklich so leben daß das Leben aufhört problematisch zu sein? Daß man das Ewige || im Ewigen lebt und nicht in der Zeit?

Ludwig Wittgenstein, Ms 103, 06.07.1916

De dood maakt geen deel uit van het leven, de dood is wanneer de wereld ophoudt (TLP 6.431). Wie gelooft in een eeuwig leven, zal ook in dat leven met dezelfde vraagstukken van het leven hier en nu geconfronteerd worden (TLP 6.4312). En leeft wie in het hier en nu écht leeft, niet ook eeuwig – lees: buiten de tijd om? (TLP 6.4311).

Nur wer nicht in der Zeit sondern in der Gegenwart lebt ist glücklich.

Ludwig Wittgenstein, Ms 103, 08.07.1916

Wer glücklich in der Gegenwart lebt, lebt ohne Furcht und Hoffnung.

Ludwig Wittgenstein, Ms 103, 20.07.1916

Na de eerste zin van TLP 6.521 die we boven dit stukje zetten, voegt Wittgenstein nog een laatste parenthese toe:

(Ist nicht dies der Grund, warum Menschen, denen der Sinn des Lebens nach langen Zweifeln klar wurde, warum diese dann nicht sagen konnten, worin dieser Sinn bestand?)

Als het antwoord niet uitgesproken kan worden, dan ook de vraag niet. En omgekeerd: wanneer een vraag zich überhaupt laat stellen, dan kan ze ook beantwoord worden (TLP 6.5):

Das Rätsel gibt es nicht.

Scepticisme is dan ook onzinnig wanneer ze wil betwijfelen waar niets gevraagd kan worden (TLP 6.51):

Denn Zweifel kann nur bestehen, wo eine Frage besteht; eine Frage nur, wo eine Antwort besteht, und diese nur, wo etwas gesagt werden kann.

6.52 Wir fühlen, daß, selbst wenn alle möglichen wissenschaftlichen Fragen beantwortet sind, unsere Lebensprobleme noch gar nicht berührt sind. Freilich bleibt dann eben keine Frage mehr; und eben dies ist die Antwort.

Immer wieder komme ich darauf zurück, daß einfach das glückliche Leben gut das unglückliche schlecht ist. Und wenn ich mich jetzt frage: aber warum soll ich gerade glücklich leben so erscheint mir das von selbst als eine tautologische Fragestellung; es scheint daß sich das glückliche Leben von selbst rechtfertigt, daß es das einzig richtige Leben ist. 

Ludwig Wittgenstein, Ms 103, 30.07.1916

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *